“Ik ben zo blij dat ik weer een spijkerbroek kan dragen” zegt mijn client. Er klinkt een rustige overtuiging in zijn stem.
Hij komt al een jaar. Niet vaak, wel regelmatig. Voor zijn psychische klachten, een negatief zelfbeeld zegt hij zelf, en de verlammende passiviteit die dat met zich mee kan brengen. Hij heeft regelmatig angstaanvallen en denkt zo zegt hij, voortdurend aan de dood. Hij slaapt slecht. Maakt zich zorgen over zijn kinderen. Voelt zich soms eenzaam.
We hebben het over zelfzorg en wat vriendelijker zijn, wat compassie hebben voor jezelf. Een beetje bewegen om minder gespannen te zijn. Meer onder de mensen te komen. Ik ga niet in op zijn “mislukkingen”. Om beter te slapen, wat meer te bewegen.
Ik help hem het proces wat is ingezet niet in een te hoge versnelling te zetten, want zo werkt dat bij hem. Het is alles of niets. Alles, tja “alles” mislukt altijd.
Er zijn meerdere medisch specialisten bij wie hij onder behandeling is. Hij slikt zo’n vijftien verschillende medicijnen. Per dag. Van sommige medicijnen noemt hij heftige bijwerkingen.
Verder is hij veel te zwaar. “Morbide adipositas” zegt zijn arts.
Het gaat over zijn angsten en over zijn negatieve zelfbeeld. We hebben het nooit over zijn gewicht. Daar komt hij immers niet voor.
Wel vertelt hij regelmatig over wat hij doet om wat minder zwaar te worden. Ook over zijn pogingen daarin is hij afwijzend en streng voor zichzelf. En dat het zo lang duurt voor hij resultaat ziet. Ik hoor het aan en prijs zijn inzet.
Verder hebben we het over hoe hij zijn leven wat kan veraangenamen. Meer van zichzelf kan gaan houden door te normaliseren. Dat is wat anders dan het gemakkelijke “Normaal doen”.
“Praat vooral niet alleen met mij. Wij zien elkaar maar eens in de zes weken” zeg ik. Bespreek al je angsten, je zorgen en je teleurstellingen met zoveel mogelijk anderen die je vertrouwt. Dat normaliseert en stelt gerust.
Het lukt. Ik merk en hoor van hem dat hij sociaal actiever wordt. Dat hij (zeer) oude vrienden opzoekt en vaker op de fiets stapt, de auto laat staan, iets minder vaak voor iedereen klaarstaat en voor zichzelf kiest.
Een versnelling treedt op nadat hij op mijn advies een medicijn check heeft laten doen door een gespecialiseerde arts. Van de vijftien medicijnen die hij slikte, zijn er zes niet meer nodig. De ergste volgens hem.
Hij klaart op. Fietst en eet anders en “ja, al die groenten, ik ga het steeds lekkerder vinden”. Zijn lievelingskostjes waren ooit suddervlees, sateetjes, frites. Hij “zondigt” regelmatig en eet dan een zak chips leeg. Ik prijs hem om zijn zonde. Een goed teken! Je wordt minder streng voor jezelf! Vooral zoekt hij mensen op, gaat meer uit eten en accepteert uitnodigingen.
Bij het weggaan meldt hij al op weg naar buiten, tussen neus en lippen door, dat hij in dit laatste jaar 12,1 kilo (ja hij is zeer exact ingesteld) is afgevallen. Hij meldt het rustig en accepteert mijn compliment.
Het ergste is achter de rug. Hij wil geen twee, liever drie kilo per maand meer afvallen en gunt zichzelf de rust van een pondje per maand.
“Dan ben ik over twee jaar waar ik wil zijn”. Hij is 72 jaar. De obsessie is tot rust gekomen. Nu kan hij verder afvallen..